Vraagzinnen met inversie
Er zijn twee soorten vraagzinnen: de vraagzinnen met een vraagwoord en de vraagzinnen die beginnen met een werkwoord gevolgd door een onderwerp. Vraagzinnen die beginnen met een werkwoord zijn gesloten vragen; er wordt een ja- of een nee-antwoord verwacht.
There are two types of questions: questions with interrogatives and questions that start with a verb followed by the subject. Questions that start with a verb are closed questions; you can only answer them with yes or no.
Vraagwoord | Werkwoord | Onderwerp | Waar/Wat /Wanneer | Voltooid deelwoord | |
(interrogative) | (verb) | (subject) | (where/ what/ when) | (participle) | |
Waar | woon | jij | in Nederland? | ||
Wat | eet | hij | ’s ochtends? | ||
Waar | ging | hij | om 8 uur heen? | ||
Wanneer | zijn | zij | terug uit Frankrijk | gekomen? | |
Hoe lang | heeft | de reis | geduurd? |