Constructing sentences
Lees de vraag. Kijk naar het plaatje. Typ het goede antwoord. (Read the question. Look at the picture. Type the right answer.)
Voorbeeld:
Hoe ga jij naar je vriendin? Ik ga met de bus.
Hoe gaat hij naar de stad? Hij
Hoe gaan jullie naar huis? Wij
Install the Taalthuis App on your IOS device
Install the Taalthuis App on your Android device