Wat wil je drinken?

Les 2
Vocabulaire 2: Conversatie. Wat wil je drinken?

Conversation. What do you want to drink?

Wat wil je drinken? (What do you want to drink?)


Sara:
Hoi Wouter, welkom in mijn huis!

Wouter:
Dank je wel.

Sara:
Ga zitten. Wat wil je drinken? Koffie of thee?

Wouter:
Ik wil graag een kopje koffie.

Sara:
Wil je melk of suiker?

Wouter:
Ik wil alleen een beetje melk. Ik wil geen suiker.

Sara:
Alsjeblieft! Wil je ook een koekje?

Wouter:
Lekker. Dank je wel!