-
Hoe je? (What's your name?)
-
heet Monica. (My name is Monica.)
-
Waar je vandaan? (Where are you from?)
-
Ik kom Canada. (I'm from Canada.)
-
Hoe ben je? (How old are you?)
-
Ik 24 jaar. (I'm 24 years old.)
-
Waar komt zij ? (Where does she come from?)
-
komt uit Spanje (She comes from Spain.)
-
je broers of zussen? (Do you have brothers or sisters?)
-
Nee, ik heb broers of zussen. (No I don't have brothers or sisters.)