Puzzel; lichaamsdelen

Les 1
Oefening 7: Puzzel; lichaamsdelen

Puzzle; bodyparts


Maak de puzzel. Welk woord lees je van boven naar beneden?

(Make the puzzle. What word do you read from top to bottom?)

Hints

1. Wat zit er tussen je onderarm en hand?
2. Wat zit er aan je hand?
3. Wat zit er tussen je nek en je armen?
4. Wat pompt bloed door je lichaam?
5. Wat groeit er aan je vingers?
6. Wat groeit er op je hoofd?
7. Met welke vinger ‘like’ je op Facebook berichten?