Login Taalthuis
lesoverzicht Lesoverzicht Vocabulaire Vocabulaire Basisgrammatica Basisgrammatica Oefeningen Oefeningen Liedjes Liedjes Memory Log uit

De tegenwoordige tijd van regelmatige werkwoorden

Les 1
Basisgrammatica 1: De tegenwoordige tijd van regelmatige werkwoorden

The present tense of regular verbs

DE TEGENWOORDIGE TIJD VAN REGELMATIGE WERKWOORDEN (The present tense of regular verbs)

 

werken – rennen – praten – reizen – wonen
(to work – to run – to talk – to travel – to live)

Enkelvoud
(singular)
Ik werk ren praat reis woon
Jij/je werkt rent praat reist woont
Hij/zij/het werkt rent praat reist woont

Meervoud
(plural)
Wij werken rennen praten reizen wonen
Jullie werken rennen praten reizen wonen
Zij werken rennen praten reizen wonen

Dus: (So:)

Enkelvoud ‘ik’: infinitief -en (Singular ‘ik’: infinitive -en)
Enkelvoud ‘jij’, en ‘hij/zij/het’: stam + t (Singular ‘jij’, and ‘hij/zij/het’: stem + t)
Meervoud ‘wij’, ‘jullie’ en ‘zij’: infinitief (Plural ‘wij’, ‘jullie’ and ‘zij’: infinitive)

Install the Taalthuis App on your IOS device

Install the Taalthuis App on your Android device

Or follow the instructions
  1. Tap Share on the right of the address bar
  2. Find and tap Add to Home Screen.
  3. Confirm and tab Add.
  1. Tap More to the right of the address bar     Add to home screen    Install.
  2. Follow the on-screen instructions.
You will see these instructions once. You can always install the web app on your device by following the steps above.
Continue to the e-learning environment